I-n-d-i-a = I Never Do It Again!

Toen we om 3 uur ‘s nachts in de vieze chaotische stad Mumbai arriveerden en ook nog eens werden afgezet in het meest gore hotel ooit, wilden we zo snel mogelijk weer weg wezen.

Dus de volgende dag hebben we gelijk een vlucht geboekt naar het relaxte Goa. Heerlijk genoten van de verschillende hippie Ibiza style stranden met bamboo hutjes, lekkere curry’s en natuurlijk de party’s. Na een week chillen, besloten we het echte India te gaan verkennen. Dus op in de laagste klasse slaaptrein, wat net een rijdende gevangenis lijkt, tien uur tussen snurkende mensen en zweetvoeten liggen.

Het meest indrukwekkende in Mumbai was de slumbtour. In Mumbai zijn zo’n 2000 sloppenwijken. 54% van Mumbai woont dan ook in zo’n sloppenwijk. Wij zijn in de grootste van Azië geweest waar 1 miljoen mensen op 1,7 vierkante kilometer woont. Gemiddeld is dat zes personen in een ‘huisje’ van 3 bij 2 meter. 1% heeft een wc, 76% gaat naar een openbare en de rest kakt ongegeneerd voor je voeten op straat in de overstromende open riolering. De mensen wonen voornamelijk op hun werkplekken tussen de slechte lucht van verf, plasticrecycling en andere fabriekjes. Overal waar je kijkt ligt een berg vuilnis waar kinderen met hun zelfgemaakte vliegertjes vrolijk in spelen. De stank is onuitstaanbaar en de hygiëne is ver te zoeken. We mochten helaas nergens foto’s van maken, maar dit beeld zal ik nooit vergeten. Echter na 4 weken India bleek het in de rest van het land niet veel te verschillen van de slumbs in Mumbai…

Vervolgens zijn we naar Rajasthan gereisd, waar we een camelsafari in de desert aan de grens van Pakistan hebben gedaan. Twee dagen lang op een bepakte kameel, zelf eten koken op een hout vuurtje, afwassen met zand (!), woestijndorpjes bezocht, kampvuurtje met Mr. Desert (zoek google & Youtube), en onder de prachtige sterrenhemel slapen. Een geweldig back to basic avontuur!

Na verschillende dorpjes in Rajasthan zijn we naar Delhi, Agra (Taj Mahal kon niet missen uiteraard) en Varanasi gereisd. Uiteindelijk hebben we in die laatste stad dan echt de Ganges gezien, de belangrijkste rivier van India. Men zegt dat je daarin totaal ‘gereinigd’ word, wat ik mij nauwelijks kan voorstellen aangezien de Ganges ook als mensen- en dierentoilet, vuilnisdump, begraafplaats, bad, wasserette en drinkwater wordt gebruikt. Dan nog niet gesproken over de life crematies langs de oever.

Met 17% van de wereldbevolking is India een land met grote tegenstellingen. Wat je toch echt overal terug vind in het land is de ranzigheid, chaos 24/7, stank, kak op straat, drukte, afzetterij, koeien, overvolle bussen en riksjas (soms lijken het net rijdende mensen in plaats van een voertuig) en vooral veel walgelijke rochelende mannen. Everything is possible in India! Wat een vreselijk/geweldig apart land (you hate it or you love it, ik voel beide). Hoewel ik me soms kapot heb geërgerd en me heb afgevraagd waarom ik hier ook al weer ben, ben ik zo trots dat we dit hebben meegemaakt (lees: overleefd) en kan ik met een zeer tevreden gevoel naar het hopelijk relaxte Nepal.